Hoe komt het toch dat vreemden zoveel aardiger tegen me zijn dan mijn eigen familie?
(over ‘Tijger, tijger’, de autobiografische roman van Margaux Fragoso die in 2011 is verschenen en die ik onlangs heb herlezen)
Probeer je een meisje voor te stellen van een jaar of zeven, een kind met klittenband op haar gymschoen, geen veters omdat ze die nog niet kan strikken, een kind dat gek is op toverballen, maar alleen op de rode (de blauwe en groene eet ze niet), een kind dat dol is op honden en konijnen, maar ook op leguanen, een kind dat bang is voor haar vader en nooit naar huis wil (echt nooit) sinds ze Peter Curran kent. Met hem kun je tenminste lol trappen en zijn huis lijkt op een dierentuin. Peter is precies zoals zij maar dan groter en hij kan dingen die zij niet kan. Zo begint het allemaal. Peter Curran is een verlopen, kettingrokende man van ongeveer vijftig zonder baan, maar met een strafblad èn een kunstgebit. Het meisje heet Margaux. Hun relatie begint op haar initiatief en zal vijftien jaar duren (van haar zevende tot aan haar tweeëntwintigste). In elk van de tien zelfmoordbrieven die hij het jaar voorafgaand aan zijn dood heeft geschreven, drukt hij haar op het hart om niet naar de politie te gaan. Ze doet het - na zijn zelfmoord - uiteindelijk toch. Meer nog, op 32-jarige leeftijd schrijft ze een boek over hun zeer intieme en obsessieve relatie. Het is het enige boek dat ze ooit geschreven heeft.
Hoewel Margaux voor de lezer duidelijk het slachtoffer is, vertelt ze haar verhaal nooit vanuit deze slachtofferrol. Integendeel. En precies dat maakt het boek zo intrigerend. Het is bepaald geen 'tearjerker', het is nergens sentimenteel, veeleer een intiem portret van iets wat toch het best als een liefdesrelatie kan worden beschreven. In de volgende scène zijn ze al vijf jaar bij elkaar:
Het was zomer. We waren een berg opgelopen om een waterval te kunnen bekijken. De dag ervoor had het zwaar geregend, dus het water viel schuimend wit en met klaterende kracht op de glad gepolijste bruine rotsen.We gingen vlakbij op een rotsblok zitten en luisterden naar het bruisende geluid van de waterval. 'We kunnen maar beter zo veel mogelijk genieten van de tijd die ons nog resteert,' zei hij. 'Als je in een hogere schoolklas komt, kom je vast heel snel een leuke jongen tegen en ben je mij gauw vergeten. Je kent dat ene spreekwoord: wat je liefhebt, laat dat vrij. Uiteindelijk zal ik dat ook bij jou moeten doen. Je kunt niet de rest van je leven bij een oude man blijven.'
'Nou, misschien dat ik af en toe wel een vriendje heb, maar echt serieus zal het nooit worden. (...) Als ik achttien ben, kunnen we trouwen.'
Knap, met hoeveel genegenheid - en tederheid zelfs - Margeax Fragoso inzicht geeft in het gevoelsleven van de pedofiel Peter Curran, zonder ook maar enigszins goed te praten wat hij heeft gedaan.Verbijsterend is ook hoe hun langdurige relatie te maken krijgt met alle nare eigenschappen die een doorsnee slecht huwelijk ook heeft te verduren: afgunst, verveling, allerlei kleine ergernissen. Er is emotionele chantage - van weerszijden. Vooral Margaux is extreem jaloers, er worden voortdurend machtsspelletjes gespeeld. Hij eist van haar dat ze gympies blijft dragen en katoenen kinderondergoed, zij eist van hem dat hij zijn ballen scheert, dat hij haar elke dag meeneemt op zijn motor, dat ze hele dagen binnen blijven, etc. etc. Zij heeft woede-aanvallen, en dreigt regelmatig om hem aan te geven bij de politie. Hij huilt veel om zijn eigen leed maar ook om alle levens die hij al heeft verwoest. Ze praten over alles wat hen bezighoudt, maar kijken - na enkele jaren - ook voortdurend porno samen, wat ze afwisselen met kaartspelletjes, autoritten en seksspelletjes. Na een paar jaar probeert hij van zijn pedoseksuele gevoelens af te komen en dringt hij er bij haar op aan om geen seks meer met elkaar te hebben, maar dat wil zij dan weer niet. Ze is juist bang dat zij te volwassen voor hem wordt en vreest vooral dat hij een ander op het oog heeft. Al met al dus een zeer complexe relatie. Wat ze vooral in elkaar vinden is dat ze allebei geen enkele eigenwaarde lijken te hebben en obsessief bezig zijn met hun angsten en hun lusten. De toewijding, bewondering en liefde voor elkaar blijft echter in die vijftien jaar wel degelijk overheersen.
Het is acht jaar geleden dat ik dit boek voor de eerste keer las en herinner me de zin nog goed die ik toentertijd het meest aangrijpend vond: ‘Hoe komt het toch dat vreemden zoveel aardiger tegen me zijn dan mijn eigen familie?’ Deze zin is namelijk de kern van het hele verhaal. Dat gaat namelijk niet alleen over hoe de pedofiel Peter Curran zijn macht en overwicht misbruikt om zijn lusten te botvieren op een ongelooflijk kwetsbaar kind, minstens even schrijnend is hoe de kleine Margaux door haar labiele, depressieve moeder in de steek wordt gelaten en hoe ze door haar wrede en aan alcohol verslaafde vader keer op keer wordt gekleineerd. Niet zo vreemd dus dat dit meisje geen enkele eigenwaarde heeft, en haar contact met Peter Curran als een geschenk uit de hemel beschouwt. Hij is werkelijk de enige persoon in de wijde omgeving die het meisje - op zijn perverse manier - liefde, aandacht en toewijding schenkt. En beter dit soort liefde dan helemaal geen liefde?
Reacties worden op prijs gesteld. Dat kan via het CONTACTFORMULIER of gewoon via de mail.
- Gepubliceerd op zondag 8 december 2019
- Ik begin weer bij het BEGIN