Bij twijfel niet doen
Is veertien de goede leeftijd om net als ‘Nikkie Tutorials’ met hormoonbehandeling te beginnen, als je lichaam niet past bij je identiteit? vroeg Trouw-columnist Slingerland. Mijn antwoord:
Gepubliceerd op zaterdag 25 januari 2020 in dagblad TROUW
Toen ik zelf veertien was had ik nog nooit van genderdysforie gehoord. In het dorp waarin ik opgroeide werd in die tijd over zoiets niet gesproken en internet bestond nog niet. Tot mijn twaalfde stond ik bekend als 'halve jongen', daarna als stoer meisje, en van mijn twintigste tot mijn vijftigste ongeveer als sterke vrouw. Maar kloppen deed het niet voor mij, ik was doodongelukkig, en droeg een levensgroot geheim met me mee wat een onvoorstelbare eenzaamheid met zich meebracht. Op emotioneel, sociaal en seksueel vlak functioneerde ik niet goed.
Ik hoorde pas over genderdysforie toen ik de dertig al was gepasseerd en moeder was van drie kleine kinderen. Ook toen nog dacht ik dat er iets mis was met mijn psyche en mijn denken moest leren afstemmen op mijn lichaam. Dat heb ik ook geprobeerd, maar dat lukte niet. In overleg met mijn huisarts heb ik zelfs een tijdje vrouwelijke hormonen geslikt. Het was mijn eigen voorstel, misschien dat ik me dan meer vrouw zou voelen. Het was geen succes, integendeel.
Pas heel langzaam drong de mogelijkheid tot me door dat het ook een mogelijkheid was om niet je psyche te veranderen, maar je lijf. Te laat, dacht ik toen, gepasseerd station, ik heb al kinderen, dit kan ik hen niet aandoen.
afbeelding: Robin Mattias Hurkens: 'La dolce vita' (2010) gemengde techniek op papier (20 x 20 cm)
Op mijn eenenvijftigste, toen mijn drie kinderen volwassen waren en zelfstandig woonden, nam ik alsnog de stap. Ik had me zo sterk mogelijk gehouden, maar deze rol houd ik niet nog twintig of dertig jaar vol, wist ik.
In het begin was mijn transitie moeilijk te begrijpen voor de meesten in mijn naaste omgeving, maar inmiddels zijn we drie jaar verder en alles gaat goed, heel erg goed. Ik zit nu zo veel beter in mijn vel en iedereen merkt dit verschil. Eigenlijk heel logisch zo, zei een vriend onlangs. Ik voel me als een blinde die voor het eerst kan zien, als een dove die eindelijk kan horen.
Hoe anders was mijn leven gelopen als ik op mijn veertiende deze kans had gehad. Niet dat ik toentertijd een meisje was dat liever een jongen was geweest, maar mijn innerlijk en mijn uiterlijk hadden niets met elkaar te maken. Het klopte gewoonweg niet. Als ik mezelf in de spiegel zag, dacht ik nooit ‘dit ben ik’ maar: ' ja, zo zien mensen mij'.
Dat is nu helemaal anders. Ik ben er misschien niet knapper op geworden, maar wel veel gelukkiger. Het klinkt als een cliché, maar eindelijk ben ik mezelf. Ik gun dit alle veertienjarigen die net zo in de knoop zitten als ik toentertijd, zolang ze maar realiseren dat het nooit perfect wordt en dat ze toch absoluut zeker weten dat dit de oplossing is voor hun problemen. Bij twijfel niet doen, zou ik adviseren, bovendien: het kan altijd nog.
- Ga naar je artikel uit 2016: Zes misverstanden over genderdysforie
- Ik begin weer bij het BEGIN
- Reacties worden zoals altijd op prijs gesteld. Dat kan via het CONTACTFORMULIER of gewoon via de mail.